Pindasnack voor tussendoor

Bereiding:

1. Doe de gedroogde dadels in een kleine kom, voeg warm water toe en laat ze ongeveer 10-15 minuten weken.
2. Doe de kokosnootolie in een kleine pot en smelt deze. Zet hem dan even opzij en laat hem een beetje afkoelen.
3. Laat de dadels na de inweektijd uitlekken, doe ze in een blender met bijna alle andere ingrediënten (amandelen, pinda's, malse havervlokken, gedroogde veenbessen en gojibessen, 100% pindakaas) en hak ze grof. Hier zijn alleen de kokosnootolie en de gebufferde quinoa-korrels nog niet toegevoegd.
   Als alternatief voor de gebruikte gedroogde vruchten kunnen ook rozijnen, vijgen of andere gedroogde vruchten worden toegevoegd. Deze kunnen ook kort van tevoren worden gedrenkt. Ook andere moeren kunnen worden gebruikt. Als je het wat hartiger wilt, kun je zoute pinda's gebruiken.
4. Giet de gehakte noten en het gedroogde fruit in een voldoende grote kom, voeg de kokosolie en quinoa toe en meng goed. De kokosolie moet goed verdeeld zijn - in zijn vaste vorm fungeert hij als de 'lijm' van de staaf.
5. Vul een ovenschaal, een andere kom met een rechte, bij voorkeur vierkante bodem of een geschikte ovenschaal (grootte ca. 20 x 25 cm) met het pindasnackmengsel, maak het mengsel glad met een beetje druk. De ingrediënten moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, zodat de reep bij het snijden niet direct uit elkaar valt en vervolgens wordt gegeten.
   
   Plaats de basis voor de toekomstige pindasnack 2-3 uur in de koelkast.
6. In stukken gesneden na de afkoeltijd. De dikte van de afgewerkte pindasnack is afhankelijk van de grootte van de gekozen verpakking. Je bepaalt de grootte van de staaf aan de hand van het aantal stukken dat je zelf snijdt. Met een gekozen maat van 20-25 cm voor de kom in de koelkast hadden we iets meer dan 20 pindasnacks om uit te proberen in de keuken.